Het is feest in Lissabon: 13 juni is de dag van Sint-Antonius, de heilige die geboren werd in Lissabon en stierf in Padua. Maar het is ook de dag waarop die andere grote inwoner van de stad werd geboren, Fernando Pessoa. In 1929 schreef hij het volgende gedicht over zijn verjaardag, dat dezelfde sfeer ademt als ‘Un soir à Lima’, elders in Zuca-magazine. Ditmaal ondertekend door Álvaro de Campos.
VERJAARDAG
In de tijd dat mijn verjaardag werd gevierd
Voelde ik mij gelukkig en was niemand nog dood,
In het oude huis was zelfs mijn verjaardag een eeuwenoude traditie,
En ieders vreugde en die van mij was zo zeker als een religie.
In de tijd dat mijn verjaardag werd gevierd,
was ik zo gezond dat ik niets begreep,
dat ik slim leek in de familiekring
en niet de verwachtingen had die de anderen hadden voor mij.
Toen ik verwachtingen kreeg wist ik niet meer wat dat was.
Toen ik naar het leven keek had ik de zin van het leven verloren.
Ja, wat ik was dat ik zelf dacht,
wat ik was in hart en verwantschap,
wat ik was aan half landelijke avonden,
wat ik was aan toen ik klein was en men mij liefhad,
wat ik was – o mijn God, wat ik thans pas weet dat ik was…
Zo ver weg!…
(Nooit vind ik weer…)
de tijd dat mijn verjaardag werd gevierd!
Wat ik thans ben is als het vocht achter in de gang,
dat de muren bedekt met schimmel…
Wat ik thans ben (en het huis van hen die mij liefhadden trilt door mijn tranen heen),
Wat ik thans ben is dat het huis is verkocht,
dat iedereen dood is,
dat ik mezelf overleef als een gedoofde lucifer…
In de tijd dat mijn verjaardag werd gevierd…
Wat houd ik als van een mens van die tijd!
Lichamelijk verlangen van mijn ziel om weer daar te zijn,
Om een metafysische en werkelijke reis te maken,
met een ik dat zich verdubbelt voor mij…
Het verleden opschrokken als brood, de tanden vergeten de boter!
Ik zie alles weer voor me, zo duidelijk dat ik blind word voor wat hier is…
de tafel gedekt voor meer mensen, met mooiere borden en meer glazen,
het buffet vol dingen – snoepgoed, fruit, de rest staat in het donker –
de tantes oud, de neven en nichten anders, en alles voor mij,
in de tijd dat mijn verjaardag werd gevierd…
Sta stil, hart van mij!
Denk niet! Laat het denken in het hoofd!
O mijn God, mijn God, mijn God!
Thans verjaar ik niet meer.
Ik duur.
De dagen rijgen zich aaneen.
Ik zal oud zijn wanneer ik het ben.
Meer niet.
Woede dat ik mijn gestolen verleden niet heb meegenomen!…
De tijd dat mijn verjaardag werd gevierd!…
Vertaling Harrie Lemmens
Foto Ana Carvalho