VAN BLOED EN WIJN – DE MARKIEZEN VAN TÁVORA EN POMBAL
Daar waar de Avenida João xxi overgaat in Campo Pequeno staat een van de mooiste paleizen van Lissabon, Palácio Galveias. Nu stadsbibliotheek met een ruimte voor exposities die doorgaans op een of andere manier met literatuur te maken hebben. De geschiedenis van het gebouw zelf lijkt de plot van een zinderende roman. Met veel bloed.
Het paleis, met een enorm sleutelgat in de traliepoort, werd halverwege de zeventiende eeuw gebouwd als buitenverblijf voor de familie Távora, een van de oudste adellijke families van Portugal. Nauw gelieerd aan het hof, ook na de aardbeving in 1755, toen koning Dom José i uit angst voor naschokken zijn intrek had genomen in een tentenkamp naast zijn paleis in Ajuda. Uiteraard wel voorzien van alle luxe en gemakken. Er werd gegeten en gedronken en gedanst en gefeest alsof de vlammentongen nooit ‘mene tekel’ hadden gesist, en de markiezen van Távora deden driftig mee. Op een avond in 1758, toen de vorst uit het bed van zijn maîtresse, ook een Távora trouwens, in zijn gesloten eenpersoons-sege terugkeerde naar zijn tent, werd hij overvallen en beschoten, met als gevolg een zere arm. De eerste minister, toen nog geen markies van Pombal maar gewoon Sebastião José de Carvalho e Melo, had een gruwelijke hekel aan de Távoraclan en andere oude adellijke families, en zag zijn kans schoon om af te rekenen met dat verwaten gespuis. Iedereen werd opgepakt, gruwelijk gemarteld en ter dood veroordeeld. Op voorspraak van de koningin en de kroonprinses bleef dat laatste de meeste kinderen en vrouwen bespaard, maar de anderen werden op 13 januari 1759 publiekelijk onthoofd in Belém. De lijken werden verbrand en de as werd in de Taag gegooid. Al hun bezittingen werden in beslag genomen door de kroon, ook het Palácio Galveias.
Leonor de Almeida Portugal Lorena e Lencastre, beter bekend als markiezin van Alorna, had de terechtstellingen als kind van acht bijgewoond. Ze verwierf bekendheid als de eerste Portugese dichteres die gedichten in boekvorm publiceerde, onder de naam Alcipe. Zoals dit:
O dromen, zachte dromen,
Gij zijt beter dan de waarheid;
Als ik droom ben ik gelukkig,
Wat ik niet ben in de werkelijkheid.
Drieëntwintig jaar later herzag de kroonprinses, inmiddels koningin Dona Maria i geworden, het vonnis en zuiverde de familie Távora van iedere blaam. De markies van Pombal daarentegen, die ze niet kon luchten of zien, verbood ze nog ooit een stap in Lissabon te zetten, en hij vluchtte nagejoeld weg.
Harrie Lemmens
Licht op Lissabon – stadsverhalen
De Arbeiderspers, Amsterdam 2021, p. 321 vv
Foto Ana Carvalho