Eind 2020 vroeg het Braziliaanse universiteitsblad Opiniães mij om iets te schrijven over Kroniek van het vermoorde huis van Lúcio Cardoso (1912-1968), dé roman over Minas Gerais, de deelstaat waar de mensen vaak zwaar op de hand zijn – wat uiteraard gunstig is voor de literatuur. Autran Dourado, João Guimarães Rosa, Drummond de Andrade en Cyro dos Anjos zijn andere grote namen, ook die vertaald in het Nederlands. Het tijdschrift was geheel gewijd aan Lúcio Cardoso, en als u het Portugees machtig bent, kunt u het hier lezen. Hierbij ook op mijn website de Nederlandse tekst, gevolgd door de Portugese versie. De vertaling is van Ana Carvalho, die ook de foto’s maakte.
Kroniek van het vermoorde huis verschijnt in 2021 bij De Arbeiderspers.
HARRIE LEMMENS
STEMMEN
Die titel! Wat een titel! Crônica da Casa Assassinada. Een huis dat levend wordt om vermoord te kunnen worden. Personage en decor in één. Ik kende het boek uit artikelen en verhalen van anderen toen ik in 2005 de prachtige uitgave van Civilização Brasileira kocht en las. De dood vormt het begin en de dood is het einde van deze meerstemmige roman, die de schrijver nodig had om zich onder de druk van Minas Gerais uit te werken.
Het was niet mijn eerste kennismaking met Minas. Ook niet met een zo centraal staand huis. In 1997 had ik Ópera dos Mortos van Autran Dourado vertaald, dat zich eveneens afspeelt in de provincie, eveneens in een huis waar het leven – en zelfs de klok – stilstaat en dat bewoond wordt door de stemmen die het verhaal vertellen. Met een koor, als een Griekse tragedie of een Italiaanse opera. Beklemmend, indrukwekkend, groots.
De laatste drie adjectieven zijn ook van toepassing op Crônica da Casa Assassinada. Het is zinderende bevrijdingsliteratuur die, hoe kan het anders, behoorlijk autobiografisch is. Alles lijkt naast romanwerkelijkheid ook symbool. Het is een soms razende tocht door de hel die traditie heet. Een traditie die de mens vastsnoert in een keurslijf of dwangbuis, dat slechts door zondige rebelsheid stukgereten kan worden.
Dat Brazilië niet alleen het land is van voetbal, carnaval en ander uitbundig vermaak had ik al geleerd door het oeuvre van die andere grote Braziliaan (net als Autran Dourado het afgelopen decennium gestorven), João Ubaldo Ribeiro. Natuurlijk, hij laat in de zeven boeken die ik van hem heb vertaald de lach zien, maar hij vergeet de keerzijde niet, vergeet niet dat te veel vreugde een masker van verdriet is. De stemmen die in zijn werk fluisteren en zingen en schreeuwen laten dat maar al te duidelijk horen.
Op een foto van mijn vrouw, de Portugese fotografe Ana Carvalho, opgenomen in mijn boek God is een Braziliaan, is een bushokje in Belo Horizonte te zien, waar vier mensen somber wachten op de bus. Ik moest daaraan denken toen ik deze verzuchting van André in Crônica da Casa Assassinada vertaalde: ‘Er is geen tijd voor mij, geen verleden en geen toekomst, er is alleen maar een onherstelbaar voortduren. Zo is de hel – een witte ruimte zonder grenzen in de tijd.’
Tegenover de beknellende continuïteit van het donkere huis plaatst Lúcio Cardoso de springerige losheid van Nina, de buitenstaander, degene die vanuit de grote stad, Rio, binnendringt in de rurale wereld van de Chácara en daar een ware revolutie ontketent, met als hoofdpersonen haar zoon André en haar schoonzuster Ana. De laatste werpt figuurlijk haar eeuwig zwarte kleding af, de eerste keert bijna letterlijk terug naar zijn geboorte door de verhouding met zijn moeder.
In 2016 vertaalde ik Lavoura Arcaica van Raduan Nassar, waarin de hoofdpersoon zich ook losmaakt van het huis dat zijn vrijheid in de weg staat. En ook hij is gekmakend verloren in een incestueuze liefde – met zijn zuster, die aan het eind, wanneer de verloren zoon terugkeert, vermoord wordt door de hand van haar vader: hier, in dit achterland van São Paulo, overwint het huis. Bij Lúcio Cardoso stort het steeds meer in.
Dat boek moest en zou ik vertalen en ik sprak er met diverse uitgeverijen over, maar pas enkele jaren geleden vond ik gehoor bij De Arbeiderspers en volgend jaar verschijnt deze klassieker dan eindelijk ook in het Nederlands. En is het moeilijk te vertalen? Ja, natuurlijk, maar de diversiteit, die stemmen met elk hun eigen timbre, vocabulaire en grammatica, die soms buitengewoon lange zinnen – wat kun je als vertaler meer verlangen?
Zoals zo vaak is de hel in boeken de hemel voor mijn vak.
VOZES
Esse título! Que título espantoso! Crônica da Casa Assassinada. Uma casa que ganha vida para poder ser assassinada. Ao mesmo tempo personagem e cenário. Conhecia o livro através de artigos e histórias de outras pessoas quando, em 2005, decidi comprar e ler a bela edição da Civilização Brasileira. A morte abre e fecha este romance polifónico de que o escritor precisava para se livrar do sufoco de Minas Gerais.
Não foi esse o meu primeiro contato com Minas Gerais. Nem com uma casa com um papel tão central. Em 1997 traduzi a Ópera dos Mortos de Autran Dourado, que também se passa numa cidade do interior, também numa casa onde a vida – tal como o relógio – parou e que é habitada por vozes que narram a história. Tal como o coro de uma tragédia grega ou de uma ópera italiana. Opressivo, impressionante, grandioso.
Estes três atributos aplicam-se perfeitamente à Crônica. Trata-se aqui de uma vibrante literatura de libertação, em grande parte, como não podia deixar de ser, autobiográfica. Tudo parece não só uma realidade romanesca, mas também simbólica. É uma viagem, por vezes tresloucada, pelo inferno a que se dá o nome de tradição. Uma tradição que manieta o ser humano dentro de um espartilho ou de uma camisa de forças, de que apenas se pode desenvencilhar por uma rebeldia pecadora que tudo esfrangalha.
Que o Brasil não é só o país do futebol, do carnaval e de outros divertimentos exuberantes, já eu tinha aprendido graças à obra do outro grande escritor brasileiro (falecido, tal como Autran Dourado, na última década), João Ubaldo Ribeiro. Sim, é verdade, ele cultiva o riso nos sete livros que traduzi, mas nunca esquece o reverso da medalha, não esquece que a alegria esfuziante não é mais do que uma máscara da suprema tristeza. As vozes que na sua obra sussurram, cantam e gritam são uma inegável expressão dessa realidade.
Numa foto da minha esposa, a fotógrafa portuguesa Ana Carvalho, incluída no meu livro Deus é brasileiro, vê-se uma parada de ônibus em Belo Horizonte onde quatro pessoas estáticas e sombrias estão esperando. Ocorreu-me essa imagem quando li na Crônica este suspiro de André: “Não há tempo para mim, nem passado e nem futuro, tudo é feito de irremediável permanência. O inferno é assim — um espaço branco sem fronteiras no tempo.”
Em contraste com a monotonia esmagadora dessa casa sinistra, Lúcio Cardoso coloca a frivolidade irrequieta de Nina, a intrusa, aquela que, vinda da cidade grande, que é o Rio, entra de assalto no mundo rural da Chácara onde desencadeia uma autêntica revolução, cujos protagonistas são o seu filho André e a sua cunhada Ana. Esta livra-se figurativamente da sua eterna roupa de luto e o André quase volta literalmente para o útero pela relação que mantém com a mãe.
Em 2016 traduzi Lavoura arcaica de Raduan Nassar, em que o protagonista (André!) foge da casa que lhe corta o caminho para a liberdade. E também ele se perde loucamente num amor incestuoso – com a irmã que, no final, quando o filho pródigo retorna a casa, é assassinada às mãos do seu pai: aqui, no interior de São Paulo, é a casa que vence. Com Lúcio Cardoso a casa vai-se desmoronando a pouco e pouco.
Senti que tinha de traduzir esse livro e falei com várias editoras, mas só uns anos atrás consegui uma reação positiva da Arbeiderspers. E finalmente, em 2021, este clássico vai sair também em Neerlandês.
E é difícil de traduzir? Sim, claro que é, mas uma tal diversidade, vozes cada uma delas com timbre, vocabulário e sintaxe diferentes, frases por vezes longuíssimas – que mais pode desejar um tradutor?
Como acontece tantas vezes, o inferno nos livros é o paraíso para a minha profissão.
(Tradução: Ana Carvalho.)