Rui Cóias sobre / over Luz de Lisboa

 

Rui Cóias sobre / over Luz de Lisboa – a cidade aos olhos de um holandês, a tradução de / de vertaling van Licht op Lissabon – stadsverhalen.

Bilingue!

Telkens als ik in de tijd van Corona door het raam naar de mist buiten keek, vroeg ik me af waar Lissabon was gebleven, of het nog wel bestond, of het niet door een tochtvlaag in het grote niets was geveegd. In die dagen leek het alsof de stad, net als in mijn kinderjaren leeg, ‘oningelost’, niet bestond en nooit meer zo doorschijnend mooi zou kunnen worden.

Onwezenlijk en echter dan ooit.

Zichzelf, bedroefd en verzoend met haar stilte, haar oude en jonge inwoners en de krantenpagina’s die in de Rua Passos Manuel door de dichte donkere zomerschaduwen dwarrelen.

Zou er ooit iemand zo geleden hebben als wij, Lissabon?

Zelfs nu vragen we ons af waarom een stad zichzelf verraadt.

Natuurlijk, beelden schuiven over beelden heen, steden schuiven over steden heen (zoals bijvoorbeeld Alexandrië), maar hoe kunnen we dat beeld van het verdwenen verleden behouden, dat nu in de afgrond van de wilde horden van het toerisme wordt platgetrapt en vernield?

Waar is Lissabon onder het glinsterende wit dat het lijkt te bezeren, ja ronduit pijn te doen, alsof er geen uitzicht op verlossing is?

Maar nee, er is verlossing, hier, in dit boek – LUZ DE LISBOA

 

Durante a pandemia olhava a bruma lá fora, perguntava onde estava Lisboa, se existia ainda ou se fora como uma corrente de ar atraída no vácuo. Nesses dias, como na infância Lisboa impossivelmente vazia e suspensa parecia não existir; ou parecia porém nunca mais poder voltar a ser tão bela e diáfana.

Ser irreal e totalmente real como nunca.

Ser ela mesma, dolorosa, reconciliada com o seu silêncio, com os seus lisboetas e velhos e com os papéis de jornal esvoaçando sozinhos na Rua Passos Manuel sob as sombras fechadas e frescas paradas no Verão.

Quem teria sofrido como nós, Lisboa?

Mesmo agora, perguntamos, porque se atraiçoa uma cidade?

É certo que imagens se sobrepõem a imagens, cidades se sobrepõem a cidades (como Alexandria), mas como podemos suportar essa imagem do passado desaparecido, agora no abismo das massas selváticas do turismo lavrando tudo e tudo destruindo?

Onde está Lisboa sob a brancura cintilante que parece magoa-la, até lhe fazer dores, como se não tivesse salvação?

Tem salvação, está aqui, neste livro — LUZ DE LISBOA.

Een geweldig boek op de tred van een wandelaar, het Rossio, Rua Estefânia, Avenida Almirante Reis, Avenida de Roma, Campo de Ourique, ieder hoekje, iedere gevel een eigen stad, Lissabon met zijn licht, wijken en buurten, stralende parken, stil straatplaveisel, cafés en schrijvers; Pessoa en Lobo Antunes die langs zuilen en winkels zijn gelopen in de bries die vanaf de rivier opwaait door de avenida’s en de verstijfde gezichten tekent in de schemering, gericht op de dagelijkse wereld van de mensen aan weerskanten van de Taag, een fado neuriënd van Carlos do Carmo.

Harrie Lemmens (vertaler van Eça de Queiroz, Pessoa, Saramago en Lobo Antunes, schrijver en uitgever van het blad Zuca-Magazine) voelt het hart van Lissabon als een gedragen lied in het centrum van de stad (als het Dublin van Banville) tussen de tijd die wegglijdt onder de voeten en dat aangename licht, als de warmte van de dag en van oude herinneringen.

Beduusd ben ook ik een personage in het Lissabon van deze pagina’s; en nooit zou ik hoger kunnen stijgen dan hier, op deze bladzijden, waar ik aan ruik als in juni aan het koningskruid van de volksfeesten. Als een kind op een draaimolenpaardje dat Lissabons hand pakt en weer loslaat, een bruisend Lissabon in de rode gloed die verdween wanneer het ijle mysterie in de vroege avond opsproot in de avenida’s, het geheim van hun geborgenheid, hun bestaan, als Lissabon dat zich tussen ons en de zonsondergang in schuift.

 

Um grande livro ao balanço do andar, Rossio, Estefânia, Almirante Reis, Av. de Roma, Campo de Ourique, cada recanto ou fachada com a sua cidade, Lisboa com sua luz, bairros, auréolas de jardins, lajedos silenciosos nas alamedas, cafés, escritores; Pessoa e Lobo Antunes que passaram ali junto a colunas e lojas, desde a aragem do rio subindo nas avenidas e marcando os rostos transidos no crepúsculo, abrindo-os ao mundo quotidiano dos homens do lado de lá do Tejo e do lado de cá, trauteando a canção de Carlos do Carmo.

Harrie Lemmens (tradutor para holandês de Eça de Queirós, Pessoa, Saramago e Lobo Antunes, escritor e editor da Zuca-Magazine) sente o coração de Lisboa a um canto lento no próprio centro da cidade (como Dublin de Banville) entre esse tempo fugindo debaixo dos pés, essa luz doce, como o calor do dia, e das recordações.

Atónito, sou também um personagem desta Lisboa ao sabor destas páginas; e nunca nada me poderia transcender mais que permanecer à superfície das suas folhas, cheirando-as como se cheira em Junho um mangerico. Como uma criança a quem Lisboa dá e larga as mãos num carrocel da Feira Popular, Lisboa borbulhando na atmosfera carmesim que desaparecia quando o fugidio mistério brotava nas avenidas nos fins de tarde, segredo da sua intimidade, sua existência, como Lisboa interpondo-se entre nós e o poente.

Vertaling Harrie Lemmens

Foto Ana Carvalho

Licht op Lissabon, De Arbeiderspers, Amsterdam 2021

Luz de Lisboa, tradução Maria Leonor Raven, Contraponto, Lisboa 2023

Laat de stilte, samenstelling en vertaling Harrie Lemmens, Uitgeverij Vleugels, Bleiswijk 2018