LOUTERINGSBERG

Porto Alegre: Alles hier ademt vergankelijkheid. Het rood van de grote ijzeren deuren is op veel plekken vlekkerig paars, de okergele verf van de loodsmuren bladdert. Brokkelig raapwerk, plakken stuc, ijzeren staven van gewapend beton, scheuren, gaten, barsten, ribbels, hobbels, bulten. Staalbruin, molkleurig, muisgrauw, smaragdgroen, schalieblauw, schier, amarant, bister, loodbleek −

 

alle kleuren liggen verspreid over verweerde muren en vloeren, als aangetast koraal of oergrond of beschimmelde rotsen. Cijfers, blokletters, halve woorden, strepen, kwasthalen, gitzwarte ogen, schaduwen, vervaagde contouren en randen. Vermolmd en aangevreten hout. Uitlopers van verfborstels. Gestolde druppels en klodders. Een ijzeren ladder in de kleuren van de Braziliaanse vlag. Golfplaten. Plassen water. Een pallet holle stenen. Geperst hout. Een tafel van een verveloze plank. Rothko’s aan de binnenmuren, versleten dakgebinten, een nis met een deurtje. Afvoergoten. Gresbuizen.

 

Verbogen traliehekken. Kristalnachtruiten. Bakstenen in schakelverband. Een L-vormige zwart met gele ijzeren balk steekt op zijn kop uit de grond naast een roestbruin vierkant putdeksel. Een weggewaaid vensterraam lijst een stukje plaveisel in. Gras, mos en kruipplanten. De rails van de bokken vervagen tussen kinderkoppen en kweekgras. Stapels lila klinkers. Blauwe en gele trossen en kabels hangen aan de laatste voor anker liggende schepen tegenover. Sluitkoppen van klinknagels, beglaasde metertjes, oranje reling, roest en menie. Louteringsberg.

 

Uitg: God is een Braziliaan

Foto’s Ana Carvalho