La Coca
J. Rentes de Carvalho ontdekt, wanneer hij in Portugal en Galicië op zoek is naar herinneringen uit de tijd die nooit meer terugkomt, dat sommige van zijn jeugdvrienden niet langer de romantische smokkelaars van whisky en sigaretten zijn, maar tot de keiharde drugs-mafia zijn toegetreden die vanuit de noordwesthoek van het Iberisch schiereiland een groot deel van de Europese hasj- en cocaïnehandel beheerst. En omdat de werkelijkheid maar een bijrol speelt in het drama van de verbeelding, zal de lezer het niet vreemd vinden dat hij ook wordt meegevoerd naar Madrid en Amsterdam, en dat naast figuren als El Min, Manolo mustafá en Xixo het Beestenjong, op het achterdoek de schaduwen langstrekken van Mobutu, een nep-Rus, Picasso, Ottto Skorzeny, Bruce Chatwin, Pinochet, William Pitt, een Franse dame, de laatste keizer van Brazilië, en nog een paar.
Recensie(s)
In deze autobiografische roman keert de oudere auteur (1930) terug naar zijn geboortegrond in Noord-Portugal. De roman beschrijft afwisselend de herinneringen aan zijn jeugdjaren, toen zijn vader als douanier de strijd aanbond met smokkelaars van drugs en sigaretten, en het heden waarin de smokkel van drugs (marihuana, cocaine: la coca), via dit gebied hoge vlucht heeft genomen. Het afzetgebied is overigens vooral Nederland: reden waarom de auteur met achterdocht wordt behandeld, hij woont immers in Amsterdam. De auteur schildert een aantrekkelijk, doch enigszins weemoedig beeld van Noord-Portugal: fado en saudade klinken erin door. Vooral ook de herinneringen aan zijn verblijf in een paleis van een in Brazilie rijk geworden ingenieur zijn nostalgisch. De roman geeft een interessante en uiterst leesbare impressie van het Portugal dat verloren schijnt te zijn nu dit land zich in de Westeuropese ‘mainstream’ (inclusief criminaliteit) heeft laten meevoeren. Paperback; kleine druk.
(Biblion recensie, Redactie)