De Hollandse minnares
Uitersten trekken elkaar aan, zegt het spreekwoord, maar het verzwijgt dat ze meestal recht tegenover elkaar staan en elkaar vaak vernietigen. Amadeu, bijgenaamd de Kat, trekt vanuit zijn afgelegen Portugese dorp naar Amsterdam, waar hij in de haven gaat werken en een kortstondige verhouding heeft met een rijkeluisdochter uit de Grachtengordel. Hij kan dan nog niet bevroeden dat die hem in meer dan een opzicht fataal zal worden, en later een grote invloed zal uitoefenen op het leven en de verlangens van velen die, zoals een jeugdvriend aan wie hij het verhaal ervan vertelt, slechts in hun fantasie kunnen ontsnappen aan de wanhoop en eenzaamheid van het bekrompen wereldje waarin hun bestaan zich afspeelt. Nu eens liefdevol en ongeremd in lust en erotiek, dan weer kil en onverschillig, kwetst de Hollandse minnares sommigen en geeft ze anderen de illusie dat liefde bestaat. En die laatsten vernietigt zij definitief, want eerst geeft zij voedsel aan hun dromen en dan, wanneer ze hen verlaat, ontneemt ze hun voorgoed de hoop.