In september 1975, bijna anderhalf jaar na de Anjerrevolutie, schaart een familie van groot grondbezitters zich rond het sterfbed van de oude patriarch.
Op het sterfbed van haar moeder krijgt Laurentina Manso, een Mozambikaanse die in Lissabon woont, te horen dat ze geadopteerd is.
Dit boekje is er voor iedereen die het werk van António Lobo Antunes al kent, maar zich wil verdiepen in de achtergrond ervan.
De dag waarop ik mijn vader doodde is een meeslepend en soms verontrustend boek. Sabino verdiept zich op meesterlijke wijze in de beweegredenen van een moordenaar.
In het dorpje Lavre in Alentejo weet José Saramago op zekere dag niet hoe het verder moet met de roman die hij onder handen heeft, Opgestaan van de grond.
In Braziliaanse monologen zijn drie fenomenale romans van João Ubaldo Ribeiro gebundeld, die samen een overweldigend beeld geven van Brazilië in de twintigste eeuw.
De laatste vlucht van de flamingo is een in onvergetelijke taal gevat, treffend maar verontrustend portret van postkoloniaal Afrika.
De handelaar in verledens is een felle, maar tegelijk humoristische en lichtvoetige satire op het Angola van na de burgeroorlog en een reflectie op werkelijkheid en fictie, op hoe ons geheugen werkt.
De vorst, de soldaat en de reiziger is een ruime keuze uit het egodocument van een vorst, een ooggetuigenverslag van een soldaat en het logboek van twee avonturiers.
In Kleine herinneringen beschrijft Saramago zijn eerste vijftien levensjaren.